BasisBijbel

Jeremia 17:1-6 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zegt: ] "Jullie slechte daden zijn met een metalen stift in jullie harten gekrast. Ze zijn met een diamanten punt geschreven op de hoeken van jullie altaren. Alles staat daar, onuitwisbaar.

2. Want jullie hebben altaren en heilige palen neergezet bij de bomen en op alle hoge heuvels.

3. Ik zal [ Jeruzalem op ] mijn berg, de velden en al jullie altaren laten leegroven van alle rijkdommen en schatten. Het zal de buit van de vijand worden. Dat doe Ik omdat jullie Mij in het hele land ongehoorzaam zijn.

4. Jullie zullen het land dat Ik jullie gegeven had, moeten loslaten. En dat is jullie eigen schuld. Jullie zullen je vijanden moeten dienen in een ver land. Want jullie hebben Mij woedend gemaakt. En mijn woede is als een vuur dat nooit meer is te blussen.

5. De Heer zegt: Als iemand niet meer op Mij vertrouwt maar op mensen of op zichzelf, dan is hij vervloekt. Het zal slecht met hem aflopen.

6. Hij lijkt op een struik in de woestijn. Hij merkt het niet als er iets goeds gebeurt. Hij staat daar maar, op droge woestijngrond, in een onbewoond en onvruchtbaar land.