BasisBijbel

Hosea 4:1-9 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zegt: ] "Luister naar wat Ik zeg, Israëlieten, zegt de Heer. Ik houd een rechtszaak en Ik beschuldig de bewoners van jullie land. Want jullie zijn niet trouw. Jullie zijn niet goed voor elkaar. Niemand van jullie kent God.

2. Jullie vloeken en liegen, moorden en stelen. Jullie zijn ontrouw aan je vrouw of man. Overal is geweld, moord en doodslag!

3. Daarom zal het land treuren en alles wat er leeft zal langzaam sterven. Ook de wilde dieren en de vogels gaan dood, ja, zelfs de vissen.

4. Maar laat niemand een ander beschuldigen! Wijs maar niet naar een ander! Want jullie zijn als iemand die een priester beschuldigt [ en verdienen de doodstraf ].

5. Jullie doen elke dag en elke nacht slechte dingen. Ook jullie [ leugen- ]profeten doen dat. En jullie moeder [ Israël ] zal sterven!

6. Het loopt verkeerd af met mijn volk, doordat het Mij niet kent. Jullie hebben Mij niet willen kennen. Daarom wil Ik jullie ook niet langer kennen! Jullie zullen niet langer mijn priesters zijn. Jullie zijn de wetten en leefregels van jullie God vergeten. Daarom zal Ik ook jullie volk vergeten.

7. Hoe rijker ze werden, hoe meer slechte dingen ze deden. Ik zal hun eer [ dat ze mijn volk waren ] vervangen door schande [ doordat ze niet langer mijn volk zullen zijn ].

8. Ze genieten van hun slechtheid. Ze verlangen ernaar.

9. Daarom zal Ik de priesters en het volk hetzelfde behandelen. Volk én priesters zullen de gevolgen dragen van wat ze hebben gedaan. Ik zal hen ervoor straffen.