BasisBijbel

Hosea 2:11-17 BasisBijbel (BB)

11. De wijnstruiken en de vijgenbomen, waarvan ze dacht: 'Die heb ik van mijn vriendjes gehad' , zal Ik vernielen. Ik zal ze laten verwilderen en de wilde dieren zullen ze opeten.

12. Ik zal haar ervoor straffen dat ze offers bracht aan andere goden. Ze zal de gevolgen moeten dragen. Want ze heeft zich voor hén mooi gemaakt met ringen en kettingen, maar Míj is ze vergeten, zegt de Heer."

13. [ De Heer zegt: ] "Let op, daarom zal Ik haar lokken, Ik zal haar leiden in de woestijn. Ik zal daar liefdevol tot haar spreken.

14. Ik zal haar wijngaarden weer aan haar teruggeven. Zo zal het Achor-dal een plaats worden van nieuwe hoop. Ze zal weer [ van liefde voor Mij ] zingen zoals ze vroeger zong, toen Ik haar uit Egypte bevrijdde.

15. Israël, in die tijd zul je niet langer 'mijn Meester' tegen Mij zeggen. Je zal Mij 'mijn Man' noemen, zegt de Heer.

16. En Ik zal de namen van je afgoden uit je mond weghalen. Je zal je hun namen niet eens meer herinneren.

17. In die tijd zal Ik voor Israël een verbond sluiten met de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren [ zodat ze je geen kwaad doen ]. Ook zal Ik ervoor zorgen dat er geen oorlog meer is in het land. Zo zul je veilig kunnen wonen.