5. Hij streed moedig met de Engel en won van Hem.
6. Onder tranen smeekte hij de Engel dat die hem zou zegenen. In Bet-El vond hij God. De Heer, de God van de hemelse legers, sprak daar met hem.
7. Volk van Jakob, ga nu [ net als Jakob ] terug naar je God. Leef zoals Hij het wil. Vertrouw in alles op Hem.
8. De handelaars van Israël zijn oneerlijk: ze gebruiken valse gewichten. Ze bedriegen de mensen.
9. Toch zegt Israël: 'Ik ben wel rijk geworden, maar bij alles wat ik heb gedaan is niets oneerlijks te vinden!'