Hosea

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14

BasisBijbel

Hosea 12 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zegt: ] "Het koninkrijk Israël heeft aldoor tegen Mij gelogen. Aldoor hebben ze Mij bedrogen. Ook het koninkrijk Juda dwaalde altijd af van Mij, de Heilige God die trouw is.

Israël zou van zijn voorvader Jakob moeten leren dat hij niet zonder God kan

2. Israël vertrouwt op de verkeerde dingen. Hij kan net zo goed proberen de wind te vangen. Hij stapelt leugen op leugen en geweld op geweld. Hij sluit met Assur een verbond en geeft olijf-olie aan Egypte [ in ruil voor hulp ].

3. De Heer houdt ook een rechtszaak tegen het koninkrijk Juda. Hij gaat het volk van Jakob straffen voor alle slechte dingen die het doet.

4. Al vanaf dat Jakob in de buik van zijn moeder zat, streed hij met zijn broer Ezau. Toen hij volwassen was, streed hij moedig met God.

5. Hij streed moedig met de Engel en won van Hem.

6. Onder tranen smeekte hij de Engel dat die hem zou zegenen. In Bet-El vond hij God. De Heer, de God van de hemelse legers, sprak daar met hem.

7. Volk van Jakob, ga nu [ net als Jakob ] terug naar je God. Leef zoals Hij het wil. Vertrouw in alles op Hem.

8. De handelaars van Israël zijn oneerlijk: ze gebruiken valse gewichten. Ze bedriegen de mensen.

9. Toch zegt Israël: 'Ik ben wel rijk geworden, maar bij alles wat ik heb gedaan is niets oneerlijks te vinden!'

10. Maar Ik ben jullie Heer God. Dat ben Ik al vanaf de dag dat Ik jullie uit Egypte bevrijdde. Ik zal jullie weer in tenten laten wonen, zoals in de tijd dat jullie door de woestijn trokken.

11. Ik heb door de profeten tot jullie gesproken. Ik heb hun heel veel bekend gemaakt. En Ik heb jullie dingen duidelijk gemaakt door middel van verhalen die de profeten jullie vertelden.

12. De streek Gilead is een vreselijke plaats. Ze doen er verschrikkelijke dingen. En in Gilgal offeren ze stieren op hun altaren. Maar die altaren zullen worden verwoest tot steenhopen op de akkers.

13. Jakob vluchtte naar het veld van Aram. Hij hoedde er het vee [ van zijn oom ] om zo zijn vrouw te verdienen.

14. Door een profeet [ (Mozes) ] heb Ik Israël uit Egypte bevrijd. En door een profeet hoedde Ik Israël.

15. Maar Israël heeft Mij woedend gemaakt. Israël is heel erg schuldig. Daar zal Ik hem voor straffen."