BasisBijbel

Hooglied 3:4-8 BasisBijbel (BB)

4. Ik was hen nog maar net voorbij, toen ik hem zag.Ik greep hem vast en wilde hem niet meer loslaten.Ik wilde hem eerst naar het huis van mijn moeder brengen.Ik bracht hem naar de kamer waar ik geboren ben.

5. Meisjes van Jeruzalem, ik zweer bij de gazellen en de herten:je moet de liefde niet dwingen.Je moet wachten tot de liefde vanzelf komt!

6. [ Anderen: ] Wie komt daar door de woestijn aan,in een wolk van mirre en wierook en allerlei andere specerijen die de koopman verkoopt?

7. Dat is koning Salomo in zijn draagstoel,omringd door zestig van de dapperste mannen uit Israël.

8. Allemaal zwaardvechters en goede krijgers.Ze hebben het zwaard op hun heup vanwege de gevaren 's nachts.