BasisBijbel

Hooglied 3:4-11 BasisBijbel (BB)

4. Ik was hen nog maar net voorbij, toen ik hem zag.Ik greep hem vast en wilde hem niet meer loslaten.Ik wilde hem eerst naar het huis van mijn moeder brengen.Ik bracht hem naar de kamer waar ik geboren ben.

5. Meisjes van Jeruzalem, ik zweer bij de gazellen en de herten:je moet de liefde niet dwingen.Je moet wachten tot de liefde vanzelf komt!

6. [ Anderen: ] Wie komt daar door de woestijn aan,in een wolk van mirre en wierook en allerlei andere specerijen die de koopman verkoopt?

7. Dat is koning Salomo in zijn draagstoel,omringd door zestig van de dapperste mannen uit Israël.

8. Allemaal zwaardvechters en goede krijgers.Ze hebben het zwaard op hun heup vanwege de gevaren 's nachts.

9. Koning Salomo liet zijn draagstoel maken van [ ceder ]hout van de Libanon.

10. De spijlen zijn van zilver,de zitting is van goud,de luifel van blauwgeverfde stoffen,met liefde geweven door de meisjes van Jeruzalem.

11. Meisjes van Jeruzalem, ga hem tegemoet!Ga kijken naar koning Salomo met op zijn hoofd de kroondie zijn moeder hem heeft opgezet op de dag van zijn bruiloft,op de mooiste dag van zijn leven.