BasisBijbel

Hebreeën 7:16-22 BasisBijbel (BB)

16. Deze is geen Priester geworden omdat Hij uit de goede stam komt, [ namelijk uit de stam van Levi, ] maar omdat Hij een onsterfelijk leven heeft. Dat maakt het allemaal nog veel duidelijker.

17. Want van Jezus wordt gezegd: "U bent voor eeuwig priester, zoals Melchizédek."

18. Volgens de oude wet konden alleen mannen uit de stam van Levi priester worden. Maar die wet werd afgedankt, omdat hij niet werkte en dus nutteloos was.

19. Want de wet van Mozes heeft ons helemaal niet volmaakt kunnen maken. Hij heeft ons niet kunnen redden. Die wet was er tótdat er iets beters zou komen, iets waardoor wij wél dichter bij God konden komen. [ Namelijk Jezus. ]

20. De Levieten werden priester zónder eed van God.

21. Maar Jezus mét een eed. Die eed werd door God Zelf gedaan. Want God zwoer: "Jij bent voor eeuwig Priester. De Heer heeft dat gezworen en Hij zal het niet meer veranderen."

22. Daardoor weten we dat we in Jezus een veel beter verbond hebben gekregen.