BasisBijbel

Hebreeën 11:5-10 BasisBijbel (BB)

5. Doordat Henoch God geloofde, is hij door God van de aarde weggenomen. Hij is dus niet gestorven. De mensen konden hem nergens meer vinden, want God had hem meegenomen. Want al voordat hij door God werd meegenomen, werd van hem gezegd dat God blij met hem was.

6. Maar als iemand geen geloof heeft, kan God onmogelijk blij met hem zijn. Want als iemand naar God toe komt, moet hij geloven dat HIJ IS [ wie Hij zegt dat Hij is ], en dat Hij de mensen beloont die werkelijk naar Hem verlangen.

7. Doordat Noach God geloofde, heeft hij zijn gezin gered. Want toen God tegen hem had gesproken over iets wat nog niet te zien was, heeft hij vol ontzag gehoorzaam de boot gebouwd om zijn gezin te redden. En daarmee liet hij zien hoe slecht de andere mensen waren. Want zij geloofden God níet. En omdat hij God geloofde, was God blij met hem en heeft God hem beloond.

8. Doordat Abraham God geloofde, is hij gehoorzaam op reis gegaan toen God hem riep. Hij ging op weg naar het land dat hij later van God zou krijgen. Maar toen hij vertrok, wist hij nog niet waar hij heen ging.

9. Doordat hij God geloofde, heeft hij in het land gewoond dat God hem had beloofd. Maar het was nog niet van hem. Hij woonde er als vreemdeling, in tenten. Net als later Izaäk en Jakob, die dezelfde belofte hadden gekregen als Abraham.

10. Maar Abraham vertrouwde er op dat God hem zou brengen naar de stad met het sterke fundament, de stad die God Zelf heeft ontworpen en gebouwd.