BasisBijbel

Hebreeën 11:26-38 BasisBijbel (BB)

26. Hij vond het meer waard om te lijden voor Christus dan om te genieten van de rijkdom van Egypte. Want hij wist dat hij daarvoor beloond zou worden.

27. Doordat hij God geloofde, heeft hij Egypte verlaten zonder bang te zijn voor de wraak van de Farao. Want hij had een rotsvast vertrouwen op God. Het was alsof hij God, die niet te zien is, kon zien.

28. Doordat hij God geloofde, heeft hij het volk het Paasfeest laten vieren. Hij heeft ervoor gezorgd dat ze het bloed [ van het lam ] op de deurposten smeerden. Want dan zou de doods-engel hun oudste zonen niet doden.

29. Doordat ze God geloofden, zijn ze door de Rode Zee getrokken alsof het droog land was. Maar de Egyptenaren die dat ook probeerden, verdronken allemaal.

30. Doordat het volk God geloofde, zijn de muren van Jericho ingestort nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was.

31. Doordat de hoer Rachab God geloofde, bleef zij in leven toen verder iedereen van de stad [ Jericho ] gedood werd. Ze werd gered omdat ze de spionnen had beschermd.

32. En wie moet ik verder nog opnoemen? Want ik zou tijd tekort komen als ik zou gaan vertellen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel en de profeten.

33. Doordat ze God geloofden, hebben ze koningen overwonnen, wraak genomen, beloften werkelijkheid zien worden, de bekken van leeuwen dichtgebonden.

34. Ze hebben de kracht van het vuur gedoofd, zijn ontsnapt aan scherpe zwaarden, hebben kracht van God gekregen toen ze zwak waren, zijn in de strijd sterk geweest en hebben de legers van vijanden op de vlucht gejaagd.

35. Vrouwen hebben hun gestorven zonen uit de dood teruggekregen. Anderen hebben zich laten martelen zonder hun geloof te willen opgeven, omdat ze wisten dat ze na hun dood een beter leven zouden krijgen.

36. Anderen zijn uitgescholden en geslagen, geboeid en gevangen gezet.

37. Ze zijn doodgegooid met stenen, gemarteld, doorgezaagd, onthoofd. Ze hebben rondgezworven in schapenvachten en geitenvellen, hebben honger en dorst geleden, zijn vervolgd en mishandeld.

38. Maar het deed hun niets. Ze hebben rondgetrokken in woestijnen, bergen, kloven en grotten.