BasisBijbel

Handelingen 6:1-9 BasisBijbel (BB)

1. Het aantal leerlingen werd steeds groter. Maar de Griekse gelovigen begonnen te mopperen tegen de Joodse gelovigen. Ze zeiden dat er voor de Griekse weduwen in de gemeente minder goed werd gezorgd bij de maaltijden dan voor de Joodse weduwen.

2. Toen riepen de twaalf apostelen alle leerlingen bij elkaar. Ze zeiden: "Het is niet goed als wijzelf voor de maaltijden moeten zorgen. Want dan hebben wij minder tijd voor het woord van God.

3. Daarom moeten jullie zeven mannen uitzoeken waarvan iedereen weet dat het goede mensen zijn. Het moeten wijze mannen zijn die vol zijn van de Heilige Geest. Zij zullen de taak krijgen om voor de maaltijden te zorgen.

4. Dan kunnen wíj ons bezig houden met bidden en met lesgeven over het woord."

5. Dit vond iedereen een goed plan. Ze kozen Stefanus uit, een man vol geloof en vol van de Heilige Geest. Verder Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs. Nikolaüs kwam uit Antiochië en had zich vroeger bij het Joodse geloof aangesloten.

6. Ze brachten hen bij de apostelen. Die baden voor hen. Daarna legden ze hun de handen op [ om hen te zegenen voor het werk ].

7. Het woord van God verspreidde zich en het aantal leerlingen in Jeruzalem groeide snel. Ook heel veel priesters gingen in Jezus geloven.

8. Stefanus deed grote wonderen bij de mensen. Hij was een man vol geloof en vol kracht.

9. Maar een aantal leiders van de 'synagoge van de Libertijnen' zocht ruzie met Stefanus. (De leden van die synagoge waren Joden uit Cyrene, Alexandrië, Cilicië en Asia.)