BasisBijbel

Handelingen 23:21-30 BasisBijbel (BB)

21. Maar u moet hen niet geloven! Want er liggen meer dan 40 mannen op de loer om hem [ onderweg ] te vermoorden. Ze hebben gezworen dat ze niet zullen eten of drinken, voordat ze hem hebben vermoord. En nu liggen ze op de loer. Ze wachten er alleen maar op dat u hem voor de Vergadering laat brengen."

22. De commandant liet de jongen gaan en zei: "Zeg tegen niemand dat je me dit hebt verteld."

23. Toen riep de commandant twee hoofdmannen bij zich en zei: "Zorg dat 200 soldaten zich klaarmaken om naar Cesarea te vertrekken. Verder 70 ruiters en 200 boogschutters. Om negen uur vanavond moeten ze klaarstaan.

24. Laat een paard brengen voor Paulus en breng hem veilig naar Felix, de bestuurder van Cesarea."

25. Hij schreef de volgende brief aan Felix:

26. "Zeer geëerde Felix, Claudius Lysias doet u de groeten.

27. De man die ik u stuur was door de Joden gevangen genomen. Ze wilden hem vermoorden. Daarom ben ik met mijn soldaten tussenbeide gekomen en heb hem uit hun handen gered. Want ik had gehoord dat hij een Romein is.

28. Ik wilde weten waar ze hem precies van beschuldigden. Daarom bracht ik hem voor hun Vergadering.

29. Toen merkte ik dat hij werd beschuldigd van dingen die te maken hebben met de wetten van hun godsdienst. Maar hij heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat of waarvoor hij gevangen gezet kan worden.

30. Toen werd mij verteld dat de Joden van plan waren om deze man te vermoorden. Daarom heb ik hem onmiddellijk naar u laten brengen. En tegen de mannen die hem beschuldigen heb ik gezegd dat ze naar u moeten gaan. Dan kunnen ze u vertellen wat ze tegen hem hebben. Het ga u goed."