BasisBijbel

Handelingen 22:23-30 BasisBijbel (BB)

23. Ze schreeuwden, zwaaiden met hun kleren en gooiden stof in de lucht.

24. Toen gaf de commandant het bevel om Paulus in de kazerne te brengen. Hij wilde hem zweepslagen laten geven om hem te ondervragen. Want hij wilde weten waarom de mensen zo tegen hem tekeer gingen.

25. De soldaten bonden Paulus met riemen gestrekt vast voor de zweepslagen. Maar Paulus zei tegen de hoofdman die erbij stond: "Mag u zomaar, zonder rechtspraak, een Romein zweepslagen geven?"

26. Toen de hoofdman dat hoorde, ging hij naar zijn commandant en vertelde hem wat Paulus had gezegd. Hij zei: "Wat gaat u doen? Die man is een Romein!"

27. De commandant ging erheen en zei: "Zeg mij eens, ben jij een Romein?"

28. Paulus zei: "Ja." De commandant antwoordde: "Ik heb het Romeinse burgerrecht voor veel geld gekocht." Paulus antwoordde: "Maar ík ben als Romein geboren."

29. Onmiddellijk hielden de mannen die hem moesten ondervragen op. De commandant werd bang toen hij merkte dat Paulus een Romein was en hij hem zomaar had laten vastbinden.

30. De volgende dag liet de commandant de hele Vergadering van Joodse leiders bij zich komen. Hij wilde heel precies weten waar ze Paulus van beschuldigden. Hij liet Paulus' boeien losmaken en bracht hem voor de Joodse Vergadering.