BasisBijbel

Handelingen 21:35-40 BasisBijbel (BB)

35. Toen ze bij de trappen waren gekomen, moesten de soldaten Paulus dragen, omdat de mensen zo opdrongen.

36. Want de hele mensenmassa volgde hen en schreeuwde: "Weg met hem!"

37. De soldaten wilden Paulus de kazerne binnen brengen. Maar Paulus zei tegen de commandant: "Mag ik u iets zeggen?" Hij antwoordde:

38. "Spreek je dan Grieks? Ben je dan niet die Egyptenaar die kort geleden een rel veroorzaakte? En die met 4000 schurken de woestijn in is gevlucht?"

39. Maar Paulus zei: "Ik ben een Jood uit Tarsus, een vrij bekende stad in Cilicië. Ik vraag uw toestemming om iets tegen de mensen te zeggen."

40. De commandant gaf toestemming. Paulus stond bovenaan de trappen en wenkte met zijn hand [ om de mensen stil te krijgen ]. Toen het helemaal stil was geworden, sprak hij tegen hen in het Hebreeuws.