BasisBijbel

Handelingen 20:5-23 BasisBijbel (BB)

5. Ze zouden ons vooruit reizen en in Troas op ons wachten.

6. Wijzelf voeren pas na het [ Paasfeest en het ] Feest van de Ongegiste Broden weg uit Filippi. Vijf dagen later kwamen we bij hen in Troas aan. Daar bleven we zeven dagen.

7. Op de eerste dag van de week kwamen we bij elkaar om de maaltijd van de Heer te vieren. Paulus sprak tot de mensen. Omdat hij van plan was om de volgende dag te vertrekken, sprak hij door tot middernacht.

8. Er brandden olielampen in de bovenzaal waar wij bij elkaar waren.

9. Een jongeman, Eutychus, zat in de vensterbank te luisteren. Toen Paulus zo lang bleef spreken, viel hij in slaap. Daardoor viel hij uit het raam, dat op de derde verdieping was. Hij werd dood van de straat getild.

10. Maar Paulus kwam naar beneden en liet zich bovenop de jongen vallen. Hij sloeg zijn armen om hem heen en zei: "Stop met huilen en jammeren, want er is leven in hem."

11. Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna sprak hij nog tot de ochtend met hen.

12. De jongen werd levend naar huis gebracht. De mensen waren heel erg bemoedigd.

13. Maar wij waren alvast met een schip vertrokken. In Assus zouden we op Paulus wachten. Want hij wilde zelf graag te voet naar Assus gaan.

14. In Assus kwam hij bij ons aan boord. Zo voeren we naar Mitylene.

15. De volgende dag voeren we verder naar Chios. De dag daarna staken we van Chios over naar Samos. We overnachtten in Trogyllion. De volgende dag kwamen we in Milete aan.

16. Want Paulus wilde Efeze voorbij varen. Hij wilde geen tijd in Asia verliezen, want hij had haast. Hij wilde namelijk graag met Pinksteren in Jeruzalem zijn.

17. Maar vanuit Milete stuurde hij iemand naar Efeze. Deze man moest de leiders van de gemeente daar vragen om naar Paulus toe te komen.

18. Toen ze bij hem waren gekomen, nam hij afscheid van hen. Hij zei: "Jullie weten hoe ik me vroeger bij jullie heb gedragen.

19. Vanaf de dag dat ik bij jullie in Asia voet aan wal zette, heb ik de Heer nederig gediend. Ik heb met tranen voor jullie gebeden. Ook heb ik veel moeilijkheden gehad doordat de Joden probeerden mij te vermoorden.

20. Ik heb alles gedaan om jullie alles te leren wat goed voor jullie was – op straat, in de synagoge en bij de mensen thuis.

21. Aldoor heb ik Joden en Grieken gezegd dat ze moesten gaan geloven in God en in onze Heer Jezus.

22. Nu reis ik naar Jeruzalem als gevangene van de Heilige Geest. Ik weet niet precies wat er daar met mij zal gebeuren.

23. Ik weet alleen dat mij in Jeruzalem boeien en moeilijkheden te wachten staan. Want dat zegt de Heilige Geest me in elke stad.