BasisBijbel

Handelingen 20:2-9 BasisBijbel (BB)

2. Hij reisde door de streken van Macedonië naar Griekenland. Onderweg sprak hij overal uitgebreid met de mensen.

3. Hij bleef drie maanden in Griekenland. Daarna wilde hij naar Syrië varen. Toen hij op het punt stond te vertrekken, ontdekte hij dat de Joden van plan waren om hem te vermoorden. Daarom veranderde hij zijn plannen. Hij besloot door Macedonië terug te reizen.

4. Een aantal mannen zou met hem meegaan. Dat waren Sopater uit Berea, Aristarchus en Sekundus uit Tessalonika, Gajus uit Derbe, Timoteüs, en Tychikus en Trofimus uit Asia.

5. Ze zouden ons vooruit reizen en in Troas op ons wachten.

6. Wijzelf voeren pas na het [ Paasfeest en het ] Feest van de Ongegiste Broden weg uit Filippi. Vijf dagen later kwamen we bij hen in Troas aan. Daar bleven we zeven dagen.

7. Op de eerste dag van de week kwamen we bij elkaar om de maaltijd van de Heer te vieren. Paulus sprak tot de mensen. Omdat hij van plan was om de volgende dag te vertrekken, sprak hij door tot middernacht.

8. Er brandden olielampen in de bovenzaal waar wij bij elkaar waren.

9. Een jongeman, Eutychus, zat in de vensterbank te luisteren. Toen Paulus zo lang bleef spreken, viel hij in slaap. Daardoor viel hij uit het raam, dat op de derde verdieping was. Hij werd dood van de straat getild.