BasisBijbel

Handelingen 2:7-18 BasisBijbel (BB)

7. Stomverbaasd zeiden zij: "Die mannen daar zijn toch allemaal Galileeërs?

8. Hoe kan het dan dat we hen in onze eigen taal horen spreken?

9. Want we zijn hier met Parten, Meden, Elamieten, bewoners van Mesopotamië, Judea, Kapadocië, Pontus, Asia,

10. Frygië, Pamfilië, Egypte en de streken van Lybië bij Cyrene, en Romeinen, Joden en mensen die zich tot het Joodse geloof hebben bekeerd,

11. Kretenzers en Arabieren. En we horen allemaal die mannen daar in onze eigen taal vertellen over de geweldige dingen die God heeft gedaan."

12. Ze waren stomverbaasd. Ze wisten niet wat ze ervan moesten denken. Ze zeiden tegen elkaar: "Wat is hier toch aan de hand?"

13. Maar andere mensen zeiden spottend: "Ze hebben gewoon te veel gedronken."

14. Maar de apostelen stonden op en Petrus zei: "Beste Joden en alle andere mensen die in Jeruzalem wonen, luister goed naar mij.

15. Jullie denken dat deze mensen dronken zijn. Maar dat zijn ze niet. Want het is pas negen uur 's morgens.

16. Maar dit is waarover de profeet Joël heeft gesproken.

17. Hij zei: 'Aan het eind van de tijd, zegt God, zal Ik mijn Geest uitstorten op alle mensen. Jullie zonen en dochters zullen profeteren. En aan jonge en oude mensen zal Ik bijzondere dromen geven.

18. Op elke man of vrouw die Mij dient, zal Ik mijn Geest uitstorten. Daardoor zullen ze profeteren.