BasisBijbel

Handelingen 2:28-43 BasisBijbel (BB)

28. U heeft mij de weg naar het leven laten zien. Omdat U altijd dicht bij mij bent, zal ik altijd blij zijn.'

29. Broeders, ik kan over onze voorvader David rustig zeggen dat hij dood en begraven is. Want zijn graf is hier, tot op de dag van vandaag.

30. Maar David was een profeet. En God had hem gezworen dat een zoon uit zijn familie ná hem de Messias zou zijn en koning zou worden.

31. En omdat hij een profeet was, heeft hij in de toekomst gezien. Wat hij [ in die Psalm ] zei ging over de opstanding van de Messias uit de dood. Hij zei dat de Messias niet in het dodenrijk is achtergelaten en dat zijn lichaam niet is vergaan.

32. Want deze Jezus is door God uit de dood teruggeroepen en weer levend gemaakt. Wij hebben dat zelf gezien.

33. God heeft Hem nu een heel belangrijke plaats gegeven. God had beloofd om de Heilige Geest [ aan de mensen ] te geven. Dat is nu gebeurd: Jezus heeft de Heilige Geest van de Vader over ons uitgestort. Dat is wat jullie hier zien en horen.

34. Want David is [ zelf ] niet naar de hemel opgestegen. Maar hij zegt: 'De Heer heeft gezegd tegen mijn Heer:

35. 'Ga naast Mij zitten, totdat Ik al je vijanden helemaal verslagen heb.'

36. Jullie hebben Jezus gekruisigd. Maar God heeft deze Jezus tot Heer en Messias gemaakt! Het hele volk van Israël moet dat weten!"

37. Dit raakte de mensen diep. En ze vroegen Petrus en de andere apostelen: "Wat moeten we dan nu doen, broeders?"

38. Petrus antwoordde: "Jullie moeten in Jezus geloven. En jullie moeten je allemaal laten dopen in de naam van Jezus Christus . Dan zullen jullie vergeving krijgen voor jullie ongehoorzaamheid aan God. En dan zullen jullie de Heilige Geest ontvangen.

39. Want dat heeft God beloofd aan jullie, aan jullie kinderen en aan alle volken. Iedereen die door God wordt geroepen, mag de Heilige Geest krijgen."

40. En Petrus vertelde nog veel meer over Jezus. En hij moedigde hen aan om zich uit deze slechte wereld te laten redden.

41. De mensen die zijn woorden geloofden, lieten zich dopen. Zo sloten zich op die dag ongeveer 3000 mensen bij de gemeente aan.

42. Ze hielden zich aan wat de apostelen hun leerden. Ze waren één met elkaar, aten met elkaar en baden samen.

43. Iedereen was vol ontzag voor God. En de apostelen deden veel wonderen.