BasisBijbel

Handelingen 19:1-11 BasisBijbel (BB)

1. Terwijl Apollos in Korinte was, reisde Paulus door de noordelijke gebieden. Zo kwam hij ook in Efeze. Daar vond hij een aantal leerlingen.

2. Hij vroeg aan hen: "Hebben jullie de Heilige Geest ontvangen toen jullie in Jezus gingen geloven?" Ze antwoordden: "We wisten niet eens dat er een Heilige Geest is."

3. Toen vroeg hij: "Hoe zijn jullie dan gedoopt?" Zei zeiden: "Met de doop van Johannes."

4. Maar Paulus zei: "Johannes' doop betekende dat je wilde gaan leven zoals God het wil. En Johannes zei tegen de mensen dat ze moesten geloven in de Man die na hem kwam. Dat is dus Jezus Christus."

5. Toen ze dat hoorden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus.

6. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen. Ze begonnen in nieuwe talen van de Geest te spreken en te profeteren.

7. Het waren ongeveer twaalf mannen.

8. Paulus ging ook naar de synagoge en sprak daar drie maanden lang, vol geloof en zonder vrees. Hij probeerde de mensen te overtuigen dat ze in het Koninkrijk van God moesten gaan geloven.

9. Maar sommige mensen bleven koppig en eigenwijs. Ze wilden niet gehoorzamen aan wat hij hun leerde. Tegen de mensen die naar Paulus luisterden, bleven ze slechte dingen zeggen over de weg van God. Daarom ging Paulus bij hen weg en nam de leerlingen mee. Met hen sprak hij elke dag in de zaal van Tyrannus.

10. Dat bleef hij twee jaar lang doen. Zo hoorden alle Joden en Grieken in Asia het woord van de Heer.

11. En God deed heel bijzondere wonderen door Paulus.