BasisBijbel

Handelingen 16:26-39 BasisBijbel (BB)

26. Plotseling was er een zware aardbeving. De hele gevangenis schudde. Alle deuren gingen open en de boeien van de gevangenen raakten los.

27. De bewaker schrok wakker uit zijn slaap. Hij zag de deuren van de gevangenis openstaan. Hij greep zijn zwaard om zichzelf te doden, want hij dacht dat alle gevangenen waren ontsnapt.

28. Maar Paulus riep luid: "Doe jezelf geen kwaad, want we zijn allemaal nog hier!"

29. De bewaker liet licht brengen. Hij sprong naar binnen en liet zich bevend voor Paulus en Silas op zijn knieën vallen.

30. Toen bracht hij hen naar buiten en zei: "Heren, wat moet ik doen om gered te worden?"

31. Paulus antwoordde: "Geloof in de Heer Jezus. Dan zul je worden gered, met iedereen die in je huis woont."

32. En ze vertelden hem en alle mensen die in zijn huis woonden over de Heer.

33. En ook al was het nog nacht, toch nam hij hen onmiddellijk mee om hun wonden schoon te wassen. En hij liet zich dopen, samen met alle andere mensen die in zijn huis woonden.

34. Daarna bracht hij hen naar zijn huis. Daar liet hij een maaltijd voor hen klaarmaken. Hij was heel erg blij dat hij en iedereen in zijn huis in God waren gaan geloven.

35. Toen het dag was geworden, stuurden de bestuurders van de stad boodschappers naar de gevangenis. Ze zeiden tegen de bewaker: "Je mag die mannen weer vrijlaten."

36. De bewaker ging naar Paulus en zei: "De bestuurders van de stad hebben gezegd dat ik jullie mag vrijlaten. Jullie kunnen dus gaan. Ik wens jullie het allerbeste."

37. Maar Paulus antwoordde: "Ze hebben ons, ook al zijn wij Romeinen, zonder rechtspraak in het openbaar zweepslagen gegeven en ons in de gevangenis gezet. Willen ze ons dan nu zomaar vrijlaten, zonder dat iemand het weet? Dat gaat zomaar niet! Laten ze zelf maar komen en ons naar buiten brengen!"

38. De boodschappers brachten dit over aan de bestuurders van de stad. Toen die hoorden dat zij Romeinen waren, schrokken ze.

39. Ze kwamen zelf naar de gevangenis, brachten Paulus en Silas naar buiten en vroegen hun uit de stad te vertrekken.