BasisBijbel

Handelingen 13:8-16 BasisBijbel (BB)

8. Maar Elymas (Zo werd Bar-Jezus door de Grieken genoemd. Het betekent 'de tovenaar.') verzette zich tegen hen. Hij probeerde Sergius Paulus ervan te overtuigen dat hij niet moest geloven wat Barnabas en Saulus hem over Jezus vertelden.

9. Maar Saulus (die ook wel Paulus werd genoemd) keek Elymas recht aan. Vol van de Heilige Geest zei hij:

10. "Jij zoon van de duivel! Je zit vol listen en bedrog. Je bent een vijand van alles wat goed is. Wanneer zul jij ophouden de waarheid van de Heer voor leugens uit te maken?

11. Let op, de Heer zal je straffen! Je zal een tijd lang blind zijn en het zonlicht niet kunnen zien." Op hetzelfde moment werd het voor Elymas donker om hem heen. Hij tastte rond om iemand te vinden die hem bij de hand kon leiden.

12. Toen de bestuurder van het eiland zag wat er gebeurde, ging hij in Jezus geloven. Want de boodschap van de Heer had hem diep geraakt.

13. Paulus en de mannen die met hem meereisden, voeren van Pafos naar Perge in Pamfilië. Daar ging Johannes Markus terug naar Jeruzalem.

14. Maar de anderen reisden van Perge verder. Ze kwamen in Antiochië in Pisidië. Op de heilige rustdag gingen ze naar de synagoge en gingen zitten.

15. Er werd voorgelezen uit de Boeken. Daarna lieten de leiders van de synagoge aan hen vragen: "Broeders, als jullie een opbouwende boodschap hebben voor de mensen hier, zeg het dan."

16. Paulus stond op en wenkte met zijn hand om de mensen stil te krijgen. Toen zei hij: "Israëlieten en aanbidders van God, luister!