BasisBijbel

Handelingen 16:19-28 BasisBijbel (BB)

19. Haar eigenaars merkten dat ze geen geld meer met haar konden verdienen. Daarom grepen ze Paulus en Silas. Ze sleepten hen naar de markt, naar de bestuurders van de stad.

20. Daar zeiden ze: "Deze mannen brengen onze stad in rep en roer.

21. Want zij zijn Joden en leren aan de mensen dingen die wij als Romeinen niet mogen doen."

22. Ook andere mensen stookten de bestuurders op. Die scheurden Paulus en Silas toen de kleren van het lijf en gaven hen zweepslagen.

23. Nadat ze hen flink geslagen hadden, gooiden ze hen in de gevangenis. Ze zeiden tegen de bewaker dat hij hen goed moest bewaken.

24. Daarom zette hij hen gevangen in de binnenste kerker en maakte hun voeten vast in een blok.

25. Maar toen het ongeveer middernacht was, baden Paulus en Silas en zongen ze lofliederen om God te prijzen. De andere gevangenen luisterden naar hen.

26. Plotseling was er een zware aardbeving. De hele gevangenis schudde. Alle deuren gingen open en de boeien van de gevangenen raakten los.

27. De bewaker schrok wakker uit zijn slaap. Hij zag de deuren van de gevangenis openstaan. Hij greep zijn zwaard om zichzelf te doden, want hij dacht dat alle gevangenen waren ontsnapt.

28. Maar Paulus riep luid: "Doe jezelf geen kwaad, want we zijn allemaal nog hier!"