BasisBijbel

Genesis 9:1-14 BasisBijbel (BB)

1. God zegende Noach en zijn zonen en zei tegen hen: "Zorg dat jullie kinderen krijgen, zodat er heel veel mensen op aarde zullen komen. Ga over de hele aarde wonen.

2. En de dieren op het land, de vogels in de lucht en de vissen in de zee zullen opschrikken als ze jullie zien. Ze zijn voor jullie.

3. Voortaan mogen jullie alles eten. Niet langer alleen de planten, maar ook de dieren.

4. Jullie mogen alleen geen vlees eten waar het bloed nog in zit. Want in het bloed zit het leven.

5. Luister goed: Ik eis het leven van iedereen die iemand doodt. Hij moet met zijn eigen leven betalen. Dieren [ die een mens doden ] moeten met hun eigen leven betalen en mensen [ die een mens doden ] moeten met hun eigen leven betalen.

6. Iedereen die een mens doodt, zal daarvoor met zijn eigen leven moeten betalen. Hij moet worden gedood. Want hij heeft iemand gedood die op Mij lijkt.

7. Zorg dat jullie kinderen krijgen, zodat er heel veel mensen op aarde zullen komen. Want Ik wil dat er heel veel mensen op aarde komen."

8. God zei tegen Noach en zijn zonen:

9. "Ik sluit een verbond met jullie en met jullie familie ná jullie.

10. Dat verbond geldt ook voor alle dieren die met jou uit de boot gekomen zijn: vogels, vee en wilde dieren, alle dieren van de aarde.

11. Met dat verbond beloof Ik dat Ik nooit meer alles wat op aarde leeft door een grote overstroming zal doden. Nooit meer zal een overstroming de hele aarde vernietigen.

12. Ik zal jullie een teken geven van dat verbond. Een teken waaraan de mensen voor eeuwig zullen kunnen zien dat Ik een verbond heb gesloten met hen en met alles wat leeft.

13. Ik zet een regenboog in de wolken. Die boog is het eeuwige teken van mijn verbond met de aarde.

14. Telkens als het regent, zal de regenboog in de wolken te zien zijn.