BasisBijbel

Genesis 8:9-16 BasisBijbel (BB)

9. Maar de duif vond nog nergens een plekje om te gaan zitten en vloog naar Noach terug. Want de hele aarde stond nog onder water. Noach stak zijn hand uit en nam de duif weer terug in de boot.

10. Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen weer wegvliegen.

11. 's Avonds kwam de duif terug met een vers olijfblad in de snavel. Daardoor wist Noach dat het water op aarde was gezakt.

12. Hij wachtte nóg zeven dagen en liet toen de duif weer los. De duif kwam niet meer bij hem terug.

13. In het jaar dat Noach 601 jaar werd, op de eerste dag van de eerste maand, was de aarde opgedroogd. Noach schoof het luik [ in het dak ] van de boot open, keek naar buiten en zag dat de aarde bijna was opgedroogd.

14. Op de 27e dag van de tweede maand was de aarde droog.

15. Toen zei God tegen Noach:

16. "Ga met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen van boord.