BasisBijbel

Genesis 8:10-21 BasisBijbel (BB)

10. Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen weer wegvliegen.

11. 's Avonds kwam de duif terug met een vers olijfblad in de snavel. Daardoor wist Noach dat het water op aarde was gezakt.

12. Hij wachtte nóg zeven dagen en liet toen de duif weer los. De duif kwam niet meer bij hem terug.

13. In het jaar dat Noach 601 jaar werd, op de eerste dag van de eerste maand, was de aarde opgedroogd. Noach schoof het luik [ in het dak ] van de boot open, keek naar buiten en zag dat de aarde bijna was opgedroogd.

14. Op de 27e dag van de tweede maand was de aarde droog.

15. Toen zei God tegen Noach:

16. "Ga met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen van boord.

17. Neem alle vogels en dieren mee naar buiten. Dan kunnen ze weer op de aarde leven en jongen krijgen. Dan komen er weer veel dieren op de aarde."

18. Toen ging Noach naar buiten met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen.

19. Ook alle dieren en vogels kwamen naar buiten, alle soorten die op aarde leven.

20. En Noach bouwde een altaar voor de Heer. Hij koos van alle reine dieren en van alle reine vogels een aantal uit en offerde die als brand-offer op het altaar.

21. De Heer was blij met het offer en zei bij Zichzelf: "De mensen zijn slecht en bedenken van jongs af alleen maar slechte dingen. Toch zal Ik nooit meer op zo'n manier de aarde straffen. Ik zal nooit meer alles wat leeft doden.