BasisBijbel

Genesis 48:19-22 BasisBijbel (BB)

19. Maar zijn vader wilde niet en zei: "Ik weet het, mijn zoon, ik weet het. Ook hij zal een volk worden en ook hij zal machtig worden. Maar toch zal zijn jongere broer machtiger worden dan hij. Uit zijn familie ná hem zullen veel volken ontstaan."

20. Zo zegende hij hen die dag en zei: "Door jullie zal het volk Israël elkaar zegen toewensen. Ze zullen zeggen: 'Ik wens je toe dat God jou tot net zo'n groot volk zal maken als Efraïm en Manasse!' " En hij gaf Efraïm een grotere zegen dan Manasse.

21. Daarna zei Israël tegen Jozef: "Binnenkort zal ik sterven. Maar God zal met jullie zijn. Hij zal jullie terugbrengen naar het land van jullie voorvaders.

22. En ik geef aan jou in dat land een deel meer dan aan je broers. Er is in dat land een gebied [ (Sichem) ] dat ik met mijn zwaard en mijn boog heb veroverd op de Amorieten. Dat geef ik aan jou, als extra deel."