BasisBijbel

Genesis 47:1-4 BasisBijbel (BB)

1. Toen ging Jozef naar de Farao. Hij vertelde hem: "Mijn vader en mijn broers zijn uit Kanaän gekomen met hun schapen, geiten, koeien en alles wat ze hebben. Ze zijn nu in de streek Gosen."

2. Hij had vijf van zijn broers meegenomen en stelde hen aan de Farao voor.

3. De Farao vroeg aan de broers: "Wat is jullie beroep?" Ze antwoordden: "Wij zijn schaapherders, net als onze voorvaders.

4. We willen graag als vreemdelingen in uw land komen wonen. Want er is [ in ons eigen land ] geen grasland meer voor onze kudden. Er is een heel zware hongersnood in Kanaän. Mogen we alstublieft in de streek Gosen gaan wonen?"