BasisBijbel

Genesis 45:24-28 BasisBijbel (BB)

24. Toen liet hij zijn broers vertrekken en zei tegen hen: "Maak geen ruzie onderweg."

25. Zo vertrokken ze uit Egypte en kwamen in Kanaän, bij hun vader Jakob.

26. Ze vertelden hem: "Jozef leeft nog en hij is zelfs heerser over heel Egypte." Maar het interesseerde hem niet. Hij geloofde het gewoon niet.

27. Maar ze herhaalden alles wat Jozef tegen hen had gezegd. En ze lieten hem de wagens zien die Jozef had gestuurd om hem mee te nemen. Toen klaarde hij op.

28. En Israël zei: "Het is genoeg. Mijn zoon Jozef leeft nog. Ik zal naar hem toe gaan en hem nog zien voordat ik sterf."