BasisBijbel

Genesis 41:45-57 BasisBijbel (BB)

45. De Farao noemde Jozef voortaan Zafnat Paänea [ (= 'redder van de wereld') ]. Hij liet hem trouwen met Asnat, de dochter van Potifera, de priester van On. En Jozef reisde door heel Egypte.

46. Jozef was 30 jaar toen hij bij de koning van Egypte moest komen. En Jozef vertrok uit het paleis en reisde voor zijn werk door het hele land Egypte.

47. In de zeven jaren van overvloed werden er grote oogsten binnengehaald.

48. In die zeven jaren verzamelde Jozef al het graan in Egypte. Hij bewaarde het in de steden. In alle steden bewaarde hij het graan van de akkers die rondom die steden lagen.

49. De hoeveelheid graan die Jozef verzamelde, was zo ontelbaar als het zand langs de zee. De mensen stopten met het te wegen, want het was zoveel dat het niet meer te wegen was.

50. Voordat de jaren van hongersnood begonnen, kregen Jozef en Asnat, de dochter van Potifera, de priester van On, twee zonen.

51. Jozef noemde zijn eerste zoon Manasse [ (= 'Hij helpt mij vergeten') ]. "Want," zei hij, "God heeft ervoor gezorgd dat ik al mijn verdriet en ellende en mijn familie kon vergeten."

52. Zijn tweede zoon noemde hij Efraïm [ (= 'Hij maakt mij vruchtbaar') ]. "Want," zei hij, "God heeft mijn ellende hier gebruikt voor iets goeds."

53. Toen waren de zeven jaren van overvloed in Egypte voorbij.

54. De zeven jaren van hongersnood begonnen, zoals Jozef gezegd had. In alle landen was hongersnood, maar in heel Egypte was brood.

55. [ Want ] toen iedereen in Egypte honger kreeg en het volk bij de Farao om brood riep, zei de Farao tegen de Egyptenaren: "Ga naar Jozef en doe wat hij zegt."

56. Toen in het hele land hongersnood ontstond, deed Jozef de voorraadschuren open en verkocht graan aan de Egyptenaren. Want er was grote honger in Egypte.

57. Uit alle landen kwamen de mensen naar Egypte om bij Jozef graan te kopen. Want er was overal hongersnood.