BasisBijbel

Genesis 41:14-23 BasisBijbel (BB)

14. Toen liet de Farao Jozef halen. Ze haalden hem haastig uit de kerker. Ze schoren hem en gaven hem andere kleren. Toen kwam hij bij de Farao.

15. De Farao zei tegen Jozef: "Ik heb een droom gehad en er is niemand die hem kan uitleggen. Maar ik heb over jou horen zeggen dat als jij een droom hoort, je gelijk kan vertellen wat de droom betekent."

16. Jozef antwoordde de Farao: "Nee, dat kan ik niet. Maar Gód zal u geruststellen."

17. De Farao vertelde Jozef wat hij gedroomd had. "In mijn droom stond ik aan de kant van de rivier.

18. Uit de rivier kwamen zeven koeien omhoog. Mooie, dikke koeien. Ze gingen grazen in het gras langs de rivier.

19. Daarna kwamen nóg zeven koeien omhoog uit de rivier. Magere, lelijke koeien. Ik heb in heel Egypte nog nooit zulke lelijke koeien gezien.

20. En die magere, lelijke koeien aten de zeven eerste, dikke koeien op.

21. Toen de magere koeien ze opgegeten hadden, was daar niets van te zien. Ze zagen er nog net zo mager uit als eerst. Toen werd ik wakker.

22. Daarna had ik een tweede droom. Zeven koren-aren groeiden uit één stengel. Ze waren vol en mooi.

23. Daarna groeiden er uit diezelfde stengel ook nog zeven dunne aren. Ze waren verdroogd door de hete oostenwind.