BasisBijbel

Genesis 40:9-19 BasisBijbel (BB)

9. De wijnschenker vertelde aan Jozef wat hij had gedroomd. Hij zei: "In mijn droom zag ik een wijnstruik voor me staan.

10. Daaraan zaten drie takken. Er kwamen blaadjes aan. Onmiddellijk kwamen er ook bloesems aan en daarna trossen met rijpe druiven.

11. Ik had de wijnbeker van de Farao in mijn hand. Ik plukte de druiven, perste ze uit in de beker van de Farao en gaf de beker aan de Farao."

12. Jozef zei tegen hem: "Dit is wat jouw droom betekent. De drie takken zijn drie dagen.

13. Over drie dagen zal de Farao je een hoge plaats geven: hij zal je je baan teruggeven. Je zal de Farao weer zijn wijnbeker aangeven, net als vroeger toen je zijn wijnschenker was.

14. Denk alsjeblieft aan mij als het weer goed met je gaat. Vertel de Farao over mij en haal mij hier uit.

15. Want ik ben gestolen uit het land van de Hebreeën. En ook hier heb ik niets gedaan waarvoor ze me in deze kerker konden gooien."

16. De bakker hoorde dat de droom van de wijnschenker iets goeds betekende. Daarom zei hij tegen Jozef: "Ik had ook een droom. Op mijn hoofd stonden drie manden met gebak.

17. In de bovenste mand zaten allerlei soorten brood en gebak voor de Farao. Maar de vogels aten de bovenste mand leeg."

18. Toen zei Jozef: "Dit is wat jouw droom betekent. De drie manden zijn drie dagen.

19. Over drie dagen zal de Farao je een heel hoge plaats geven: hij zal je aan een paal hangen en de vogels zullen je vlees opeten."