28. Toen de bevalling was begonnen, stak één van de kinderen zijn hand naar buiten. De vrouw die hielp bij de bevalling, bond om die hand een rode draad en zei: "Deze is het eerst gekomen."
29. Maar hij trok zijn hand weer naar binnen en zijn broer werd eerder geboren. Ze zei: "Wat ben jij sterk! Het is je gelukt om als eerste te komen." Daarom noemde ze hem Perez [ (= 'doorbreken') ].
30. Daarna kwam zijn broer, die de rode draad om zijn hand had. Hem noemde ze Zera [ (= 'rood') ].