BasisBijbel

Genesis 38:10-13 BasisBijbel (BB)

10. God vond het heel erg dat hij dat deed. Daarom doodde Hij ook hem.

11. Toen zei Juda tegen zijn schoondochter Tamar: "Je bent weer weduwe geworden. Ga maar weer bij je vader wonen, totdat mijn zoon Sela oud genoeg is om met je te trouwen." Want hij was bang dat zijn jongste zoon ook zou sterven, net als zijn broers. Zo ging Tamar weer bij haar vader wonen.

12. Na lange tijd stierf Juda's vrouw. Toen hij niet meer over haar treurde, ging hij met zijn vriend Hira naar Timna. Daar waren zijn mannen zijn schapen aan het scheren.

13. De mensen vertelden Tamar: "De vader van je man is naar Timna gegaan om zijn schapen te scheren."