BasisBijbel

Genesis 38:1-9 BasisBijbel (BB)

1. In diezelfde tijd ging Juda bij zijn broers weg. Hij ging in Adullam wonen, bij een man die Hira heette.

2. In Adullam zag Juda de dochter van Sua, een man uit Kanaän. Hij trouwde met haar.

3. Ze raakte in verwachting en kreeg een zoon. Juda noemde hem Er.

4. Daarna raakte ze weer in verwachting. Ze kreeg weer een zoon en noemde hem Onan.

5. Toen kreeg ze weer een zoon en noemde hem Sela. Juda was in Kezib toen Sela werd geboren.

6. Juda koos voor zijn oudste zoon Er een vrouw uit, die Tamar heette.

7. Maar Er, de oudste zoon van Juda, was een slecht mens. Daarom doodde de Heer hem.

8. Toen zei Juda tegen Onan: "Trouw met de vrouw van je broer. Dan zal het kind dat ze krijgt, tellen als kind van je broer Er."

9. Onan wist dat hun eerste kind dus niet zijn eigen naam zou krijgen, maar de naam van zijn broer Er. Daarom trouwde hij wel met haar, maar zorgde ervoor dat ze niet in verwachting kon raken als hij met haar naar bed ging. Want hij wilde niet dat zijn broer alsnog een kind zou krijgen.