BasisBijbel

Genesis 37:9-12 BasisBijbel (BB)

9. Hij kreeg later weer een droom, die hij ook aan zijn broers vertelde. Hij zei: "Ik heb nóg een droom gehad. De zon, de maan en elf sterren bogen voor mij."

10. Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, zei zijn vader streng tegen hem: "Wat is dat nou voor een droom! Denk je soms dat ik, je moeder en je broers voor je zullen buigen?"

11. Zijn broers waren jaloers op hem, maar zijn vader dacht er nog verder over na.

12. Op een keer waren zijn broers naar Sichem vertrokken om daar de schapen te hoeden.