BasisBijbel

Genesis 34:7-17 BasisBijbel (BB)

7. De zonen van Jakob kwamen terug toen ze hoorden wat er was gebeurd. Ze waren woedend. Ze waren diep beledigd door wat Sichem hun had aangedaan. Want dat was een schande. Zoiets doe je niet.

8. Hemor sprak met hen en zei: "Mijn zoon Sichem houdt vreselijk veel van je dochter.

9. Laat hem met haar trouwen, zodat we familie van elkaar worden. Jouw dochters kunnen met onze zonen trouwen en onze dochters met jouw zonen.

10. Woon bij ons. Je mag in mijn hele gebied wonen, waar je maar wil. Zet er je tenten op, trek er rond met je vee. Jullie mogen ook grond voor jezelf kopen."

11. En Sichem zei tegen haar vader en haar broers: "Doe alsjeblieft wat ik jullie vraag! Ik zal jullie alles geven wat jullie van mij vragen.

12. Al vragen jullie nóg zo'n grote bruidsprijs en nóg zoveel geschenken, ik zal jullie geven wat jullie maar willen. Maar laat me met het meisje trouwen!"

13. Omdat Sichem en zijn vader geen respect hadden gehad voor Dina, bedachten de zonen van Jakob een manier om hen te bedriegen en te straffen.

14. Ze zeiden tegen hen: "Dat kunnen we niet doen. We kunnen onze zus niet geven aan een man die niet besneden is. Want dat zou een schande voor ons zijn.

15. We kunnen alleen doen wat jullie vragen, als jullie nét zo worden als wij. Al jullie mannen moeten zich laten besnijden.

16. Dan zullen onze dochters met jullie zonen trouwen en zullen onze zonen met jullie dochters trouwen. Dan zullen we bij jullie wonen en samen één volk zijn.

17. Maar als jullie je niet laten besnijden, nemen we onze zus weer mee en gaan weg."