BasisBijbel

Genesis 29:29-35 BasisBijbel (BB)

29. Daarna gaf Laban hem Rachel als vrouw. En Laban gaf aan Rachel zijn slavin Bilha. Zo werd Bilha de slavin van Rachel.

30. Zo trouwde Jakob dus ook met Rachel. En hij hield van Rachel, maar niet van Lea. En hij werkte nog eens zeven jaar voor Laban.

31. Toen de Heer zag dat Jakob niet van Lea hield, gaf Hij haar kinderen. Maar Rachel kreeg geen kinderen.

32. Lea raakte in verwachting en kreeg een zoon. Ze noemde hem Ruben [ (= 'kijk, een zoon!') ]. Want ze zei: "De Heer heeft mijn ellende gezien. Nú zal mijn man van mij houden."

33. Ze raakte weer in verwachting en kreeg weer een zoon. En ze zei: "De Heer heeft gehoord dat mijn man niet van mij houdt. Daarom heeft Hij mij nóg een zoon gegeven." Ze noemde hem Simeon [ (= 'God luistert') ].

34. Ze raakte weer in verwachting en kreeg nóg een zoon. En ze zei: "Nu zal mijn man van mij gaan houden, omdat ik hem drie zonen heb gegeven." Daarom noemde ze hem Levi [ (= 'vriend') ].

35. Ze raakte weer in verwachting en kreeg nóg een zoon. En ze zei: "Nu zal ik de Heer prijzen." Daarom noemde ze hem Juda [ (= 'lofprijs') ]. Toen kreeg ze geen kinderen meer. (lees verder)