BasisBijbel

Genesis 29:14-22 BasisBijbel (BB)

14. Toen zei Laban tegen hem: "Werkelijk, je bent één van ons."En Jakob bleef een hele maand bij Laban.

15. Toen zei Laban tegen Jakob: "Zou jij, omdat je familie bent, voor mij moeten werken zonder iets te verdienen? Zeg me wat je voor je werk wil hebben."

16. Nu had Laban twee dochters. De oudste heette Lea, de jongste Rachel.

17. Lea had fletse ogen, maar Rachel had een mooi figuur en zag er knap uit.

18. Jakob hield van Rachel. Daarom zei hij: "Ik zal zeven jaar voor je werken, als ik daarna met je jongste dochter Rachel mag trouwen."

19. Laban zei: "Ik kan haar beter aan jou geven dan aan een andere man. Blijf bij mij werken."

20. Daarom werkte Jakob zeven jaar voor Laban om met Rachel te mogen trouwen. Die jaren leken voor hem maar een paar dagen, omdat hij van haar hield.

21. Daarna zei Jakob tegen Laban: "Laat mij nu met je dochter trouwen, want de afgesproken tijd is om."

22. Laban riep alle mannen van die plaats bij elkaar en hield een feestmaaltijd.