BasisBijbel

Genesis 17:10-24 BasisBijbel (BB)

10. Jullie deel is, dat alle mannen van je familie moeten worden besneden.

11. Jullie moeten de voorhuid van je geslachtsdeel laten besnijden. Dat is het teken van het verbond tussen Mij en jullie.

12. Alle jongens moeten worden besneden als ze acht dagen oud zijn. Niet alleen de jongens die bij je familie horen. Ook alle mannen die als slaven gekocht zijn van andere volken.

13. Alle mannen die in jouw familie worden geboren en alle mannen die worden gekocht, moeten worden besneden. Zo zal het verbond dat Ik met jullie gesloten heb, te zien zijn in jullie lichaam. Het is een eeuwig verbond.

14. Iedere man die de voorhuid van zijn geslachtsdeel niet laat besnijden, zal worden gedood. Want hij heeft zijn verbond met Mij gebroken."

15. Verder zei God tegen Abraham: "Noem je vrouw niet langer Saraï [ (= 'ruziemaakster') ], maar Sara [ (= 'prinses') ].

16. Want Ik zal goed voor haar zijn en ze zal de moeder worden van jouw zoon. Ik zal haar zegenen, zodat er volken uit haar zullen ontstaan. Er zullen ook koningen uit haar ontstaan."

17. Toen boog Abraham zich diep. Maar hij lachte bij zichzelf en dacht: "Ik ben al bijna 100 jaar. Zou ik dan nog een kind krijgen? En Sara is al 90 jaar. Zou ze dan nog in verwachting raken en een kind krijgen?"

18. En hij zei tegen God: "Heer, laat uw beloften alstublieft voor Ismaël zijn!"

19. Maar God zei tegen hem: "Nee, je vrouw Sara zal een zoon krijgen. Je moet hem Izaäk [ (= 'gelach') ] noemen. Met hem zal Ik mijn verbond sluiten. Het zal een eeuwig verbond zijn met hem en zijn familie ná hem.

20. Wat Ismaël betreft zal Ik doen wat je vraagt. Ik heb hem gezegend en hij zal een heel grote familie worden. Er zullen twaalf koningen uit hem geboren worden. Ik zal hem tot een groot volk maken.

21. Maar met Izaäk zal Ik mijn verbond sluiten. Volgend jaar om deze tijd zal Sara moeder van Izaäk zijn."

22. Toen was God uitgesproken en ging bij Abraham weg, terug naar de hemel.

23. Diezelfde dag nog besneed Abraham zijn zoon Ismaël. Ook besneed hij al zijn slaven: de slaven die in zijn huis geboren waren en de slaven die hij had gekocht, alle mannen in zijn huis, zoals God tegen hem had gezegd.

24. Abraham was 99 jaar toen hij zich liet besnijden.