BasisBijbel

Genesis 17:1-12 BasisBijbel (BB)

1. Toen Abram 99 jaar was, kwam de Heer naar hem toe en zei: "Ik ben de Almachtige God. Leef steeds zoals Ik het wil.

2. Dan zal Ik Mij houden aan het verbond dat Ik met je heb gesloten. Ik zal je een heel grote familie geven."

3. Toen knielde Abram op de grond en boog zich diep. God sprak met hem.

4. Hij zei: "Ik heb een verbond met je gesloten. Je zal de vader van heel veel volken worden.

5. Vanaf nu heet je niet langer Abram [ (= 'geëerde vader') ], maar Abraham [ (= 'vader van heel veel volken') ]. Want Ik maak van jou een vader van heel veel volken.

6. Ik zal ervoor zorgen dat je een heel grote familie krijgt en dat er volken uit je zullen ontstaan. Er zullen zelfs koningen uit jou ontstaan.

7. Mijn verbond met jou is ook een verbond met je hele familie ná jou. Het is een eeuwig verbond. Zo zal Ik de God van jou én van je familie ná jou zijn.

8. Ik zal jou en je familie ná jou het land geven waar je nu als vreemdeling woont. Ik zal jullie het hele land Kanaän geven. Het zal voor eeuwig jullie eigendom zijn. En Ik zal jullie God zijn."

9. Verder zei God tegen Abraham: "Jij en je familie ná jou moeten je houden aan jullie deel van het verbond.

10. Jullie deel is, dat alle mannen van je familie moeten worden besneden.

11. Jullie moeten de voorhuid van je geslachtsdeel laten besnijden. Dat is het teken van het verbond tussen Mij en jullie.

12. Alle jongens moeten worden besneden als ze acht dagen oud zijn. Niet alleen de jongens die bij je familie horen. Ook alle mannen die als slaven gekocht zijn van andere volken.