BasisBijbel

Genesis 15:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Hierna zei de Heer tegen Abram: "Wees niet bang, Abram. Ik ben jouw schild [ dat jou beschermt ]. Ik ben Zelf jouw grote beloning."

2. Abram zei: "Heer God, wat wilt U mij dan geven? Want ik zal sterven zonder kinderen gekregen te hebben. Mijn knecht Eliëzer uit Damaskus beheert mijn huis.

3. Hij zal alles van mij erven, omdat U mij geen kinderen heeft gegeven."

4. Maar de Heer zei tegen hem: "Niet hij zal alles erven, maar jouw eigen zoon zal alles erven."

5. Toen bracht de Heer hem naar buiten en zei: "Kijk eens omhoog naar de hemel. Tel de sterren, als je kan." En Hij zei tegen hem: "Kijk, zo ontelbaar groot zal jouw familie worden."

6. Abram geloofde de Heer. Dat is wat de Heer wil, en daarom was de Heer blij met Abraham.

7. En de Heer zei tegen hem: "Ik ben de Heer en Ik heb jou uit Ur in het land van de Chaldeeën gehaald, omdat Ik jou dit land wilde geven."

8. Abram zei: "Heer, hoe kan ik zeker weten dat het van mij zal zijn?"