BasisBijbel

Genesis 12:1-4 BasisBijbel (BB)

1. Toen zei de Heer tegen Abram: "Vertrek uit je land. Verlaat je familie en het huis van je vader. Ga naar het land dat Ik je zal wijzen.

2. Ik zal een groot volk van je maken. Ik zal je zegenen en je naam zal overal bekend worden. En je zal tot een zegen zijn.

3. Als mensen jou goed behandelen, zal Ik goed voor hén zijn. En als mensen jou slecht behandelen, zal Ik slecht voor hén zijn. En door de zegen die op jou is, zullen alle volken van de aarde gezegend worden."

4. Toen vertrok Abram, zoals de Heer tegen hem had gezegd. [ Zijn neef ] Lot ging met hem mee. Abram was 75 jaar toen hij uit Haran wegging.