BasisBijbel

Genesis 11:6-15 BasisBijbel (BB)

6. Hij zei: "Ze zijn nu één volk, met één taal. Niets zal onmogelijk voor hen zijn. Dit is nog maar het begin van al hun plannen. Daar zal Ik een eind aan maken.

7. Laten We naar beneden gaan en hun taal in de war maken, zodat ze elkaar niet meer begrijpen."

8. Zo verspreidde de Heer hen vandaar over de hele aarde. Ze stopten met de bouw van de stad.

9. De mensen noemden de stad Babel [ (= 'verwarring') ] omdat de Heer daar de taal van de mensen verward heeft. Zo verspreidde de Heer hen vanuit die stad over de hele aarde.

10. Dit is de familie van Sem.Toen Sem 100 jaar was, kreeg hij een zoon: Arpachsad. Dat was twee jaar na de overstroming.

11. Sem leefde nog 500 jaar nadat Arpachsad was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters.

12. Toen Arpachsad 35 jaar was, kreeg hij een zoon: Sela.

13. Arpachsad leefde nog 403 jaar nadat Sela was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters.

14. Toen Sela 30 jaar was, kreeg hij een zoon: Heber.

15. Sela leefde nog 403 jaar nadat Heber was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters.