BasisBijbel

Genesis 10:5-17 BasisBijbel (BB)

5. Dat zijn de volken die op de eilanden en langs de kust gingen wonen. Ze woonden in verschillende gebieden, verdeeld volgens hun stammen en families, met allemaal een eigen taal.

6. De zonen van Cham waren: Kush, Mizraïm, Put en Kanaän.

7. De zonen van Kush waren: Seba, Havila, Sabta, Raëma en Sabtecha.De zonen van Raëma waren: Scheba en Dedan.

8. Kush kreeg een zoon: Nimrod. Nimrod was de eerste grote heerser op aarde.

9. Hij was een geweldig jager in de ogen van de Heer. Daarom werd er voortaan wel gezegd van iemand die net zó was: "Hij is een Nimrod in de ogen van de Heer."

10. De belangrijkste steden van zijn koninkrijk waren Babel, Erech, Akkad en Kalne, in het land Sinear.

11. Vanuit het land Sinear trok hij naar Assur en bouwde Ninevé, Réhobot, Ir, Kala en Resen.

12. Resen was een grote stad tussen Ninevé en Kala.

13. Mizraïm is de voorvader van de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten, de Naftuhieten,

14. de Patrusieten, de Kasluhieten (waaruit de Filistijnen zijn ontstaan) en de Kaftorieten.

15. Kanaän werd vader van Sidon, zijn eerste zoon, en Het.

16. Hij is de voorvader van de Jebusieten, de Amorieten, de Girgasieten,

17. de Hevieten, de Arkieten, de Sinieten, de Arvadieten, de Zemarieten en de Hamatieten.