BasisBijbel

Galaten 1:9-20 BasisBijbel (BB)

9. Ik zeg het nóg een keer: als iemand jullie 'goed nieuws' komt brengen dat anders is dan het goede nieuws dat jullie al hebben gekregen, dan is hij vervloekt!

10. Probeer ik [ met mijn boodschap ] mensen te plezieren, of God te plezieren? Probeer ik het mensen naar de zin te maken? [ Nee. ] Als ik zou proberen om mensen te plezieren, zou ik geen [ echte ] dienaar van Jezus zijn.

11. Want het goede nieuws dat ik breng, broeders en zusters, is niet door mijzelf bedacht.

12. Ik heb het ook niet van andere mensen gekregen of van mensen geleerd. Maar Jezus Christus Zelf heeft het mij verteld.

13. Jullie hebben vast wel gehoord dat ik vroeger volgens het Joodse geloof leefde. Toen heb ik de gemeente van God heel erg vervolgd. Ik heb geprobeerd om de gemeente te vernietigen.

14. Ik had harder gestudeerd op het Joodse geloof dan een heleboel andere mensen van mijn leeftijd. Ik deed heel erg mijn best om de wetten en gewoonten van onze voorouders te bewaren en te beschermen.

15. en

16. Maar God had mij al vóór mijn geboorte uitgekozen. Hij had besloten dat Hij in mij zijn Zoon bekend wilde maken. Hij wilde dat ik het goede nieuws van zijn Zoon aan de niet-Joodse volken zou gaan vertellen. En toen Hij mij in zijn liefdevolle goedheid riep, heb ik geen moment getwijfeld. Ik heb met niemand overlegd.

17. Ook ben ik niet naar Jeruzalem gereisd, naar de mensen die al vóór mij boodschappers van God waren geworden. Maar ik ben naar Arabië vertrokken. En veel later ben ik van Arabië teruggegaan naar Damaskus.

18. Pas drie jaar later ben ik naar Jeruzalem gegaan. Daar heb ik Petrus bezocht. Ik ben toen twee weken bij hem gebleven.

19. De enige andere boodschapper van God die ik toen ontmoet heb, was Jakobus, de broer van de Heer.

20. Het is echt waar wat ik hier schrijf. God weet dat ik niet lieg.