BasisBijbel

Galaten 3:17-28 BasisBijbel (BB)

17. Ik bedoel dit: God sloot [ met Abraham ] een verbond dat over Christus ging. Pas 430 jaar later werd de wet van Mozes gegeven. Dan kan die wet dat verbond niet veranderen. Dus de belofte is er nog steeds.

18. Stel dat we Gods erfenis [ (= onze redding) ] zouden kunnen krijgen door ons aan de wet van Mozes te houden. Dan zou die erfenis niets te maken hebben met Gods belofte aan Abraham. Maar juist door zijn belofte aan Abraham liet God zien dat Hij hem wilde zegenen.

19. Waarom gaf God dan de wet? Om aan de mensen te laten zien dat ze schuldig waren. Want ze konden zich niet aan de wet houden. Maar ze moesten zich aan de wet van Mozes houden tót het Kind was gekomen dat God aan Abraham had beloofd. Engelen hebben op bevel van God de wet gegeven aan iemand die tussen God en de mensen in stond[ , namelijk Mozes ].

20. Zo iemand is er niet als er maar één partij is. Hij is er alleen als er meer partijen zijn. God is Eén [ en Hij was de enige partij toen Hij zijn belofte aan Abraham gaf. Maar de wet is een verbond tussen twee partijen: God en Israël. ]

21. Botst de wet van Mozes dan met de belofte van God? Helemaal niet! Want als de wet de mensen had kunnen redden, dan zouden de mensen inderdaad vrij van schuld zijn geweest als ze zich precies aan die wet hielden.

22. Maar dat konden ze niet. Dus door de wet gingen de mensen juist zien hoe slecht ze zijn. Zo zouden ze gaan begrijpen dat ze alleen door geloof in Jezus Christus hun deel van de belofte zouden krijgen [ en niet door zich aan de wet van Mozes te houden. ]

23. Maar voordat dit geloof er kwam, beschermde de wet ons. De wet hield ons op het rechte pad. Pas later zouden we begrijpen dat we geloof nodig hebben.

24. De wet van Mozes was dus bedoeld om ons te leiden en op te voeden totdat Christus zou komen. En door in Christus te gaan geloven, zouden we kunnen worden vrijgesproken van schuld.

25. En nu het geloof is gekomen, hoeven we niet meer door de wet van Mozes geleid en opgevoed te worden.

26. Want door jullie geloof in Jezus Christus zijn jullie allemaal kinderen van God geworden.

27. Want alle mensen die in Christus zijn gedoopt, worden met Christus bedekt. Hij bedekt je zoals een kledingstuk je bedekt.

28. Hierbij maakt het niet uit of je Jood of geen Jood bent, slaaf of vrij mens, man of vrouw. Jullie zijn namelijk allemaal één in Jezus Christus.