BasisBijbel

Filippenzen 3:2-10 BasisBijbel (BB)

2. Pas op voor de mensen die de Heer niet werkelijk dienen. Zij doen jullie kwaad met hun verkeerde ideeën. Want ze willen dat jullie je laten besnijden [ omdat ze vinden dat jullie anders niet bij God horen. Maar ] Het heeft helemaal geen zin om je te laten besnijden.

3. Want het helpt ons niet als we in ons lichaam snijden. We zijn pas écht besneden [ en horen dus pas écht bij God, ] als we God door zijn Geest dienen en als we vertrouwen op Jezus Christus [ om gered te worden, ] en niet op ons zelf.

4. Toch zou ik zelf wel een goede reden hebben om op mezelf te vertrouwen. Meer dan wie dan ook.

5. Want ik ben besneden toen ik acht dagen oud was. Ik ben geboren uit het volk Israël, uit de stam van Benjamin. Ik ben dus een echte Jood uit de Joden.

6. Wat betref de Joodse wet: ik hield mij aan wat de Farizeeërs leerden. En omdat ik zo mijn best deed voor God, vervolgde ik de gemeente. Volgens de Joodse wet was ik volmaakt.

7. Maar al die dingen waar ik zo trots op was, vind ik nu waardeloos. Want ze stonden mij in de weg om bij Christus te komen.

8. Ja, ik vind het nu allemaal waardeloos, omdat niets zo kostbaar is als het kennen van mijn Heer Jezus Christus. Voor Hem heb ik het allemaal als troep weggegooid, om Christus te kunnen ontvangen.

9. Want dan zou ik vrijgesproken worden van schuld. Niet doordat ik mij zo goed aan de Joodse wet gehouden had. Maar door mijn geloof in Christus. Want alleen dáárdoor heeft God mij vrijgesproken van schuld.

10. Nu kan ik Hem werkelijk leren kennen. Nu ken ik ook de kracht waardoor Hij uit de dood opstond. En ik kan samen met Hem lijden.