BasisBijbel

Filippenzen 3:1-6 BasisBijbel (BB)

1. Maar wat er ook gebeurt, broeders en zusters, wees blij in de Heer! Voor mij is het niet vervelend om jullie dit weer te schrijven. En voor jullie is het goed om het nog een keer te horen.

2. Pas op voor de mensen die de Heer niet werkelijk dienen. Zij doen jullie kwaad met hun verkeerde ideeën. Want ze willen dat jullie je laten besnijden [ omdat ze vinden dat jullie anders niet bij God horen. Maar ] Het heeft helemaal geen zin om je te laten besnijden.

3. Want het helpt ons niet als we in ons lichaam snijden. We zijn pas écht besneden [ en horen dus pas écht bij God, ] als we God door zijn Geest dienen en als we vertrouwen op Jezus Christus [ om gered te worden, ] en niet op ons zelf.

4. Toch zou ik zelf wel een goede reden hebben om op mezelf te vertrouwen. Meer dan wie dan ook.

5. Want ik ben besneden toen ik acht dagen oud was. Ik ben geboren uit het volk Israël, uit de stam van Benjamin. Ik ben dus een echte Jood uit de Joden.

6. Wat betref de Joodse wet: ik hield mij aan wat de Farizeeërs leerden. En omdat ik zo mijn best deed voor God, vervolgde ik de gemeente. Volgens de Joodse wet was ik volmaakt.