BasisBijbel

Ezra 8:22-28 BasisBijbel (BB)

22. Want ik had de koning niet willen vragen om een leger dat ons onderweg tegen vijanden zou beschermen. We hadden tegen de koning gezegd: "Onze God beschermt iedereen die van Hem houdt, maar Hij straft de mensen die Hem niet gehoorzamen."

23. Daarom aten we niet en smeekten we onze God om ons een veilige reis te geven. En Hij deed wat wij Hem gebeden hadden.

24. Daarna koos ik twaalf priesters uit: Serebja, Hasabja en nog tien anderen.

25. Ik woog voor hen het zilver en het goud af. Ook de voorwerpen die de koning, zijn raadgevers en de Judeeërs in het land voor de tempel van onze God hadden gegeven.

26. Ik gaf hun: 650 talenten [ (23.400 kilo) ] zilver, voorwerpen van zilver die samen 100 talenten [ (3600 kilo) ] wogen, 100 talenten [ (3600 kilo) ] goud,

27. 20 gouden bekers die samen een waarde van 1000 Perzische goudstukken hadden, en twee voorwerpen van prachtig glanzend koper, zo kostbaar als goud.

28. En ik zei tegen hen: "Net zoals het jullie taak is om de Heer te dienen, zo zullen ook deze voorwerpen en het goud en zilver de Heer dienen. Het is een vrijwillig gegeven geschenk voor de Heer, de God van jullie voorouders.