BasisBijbel

Ezra 7:13-21 BasisBijbel (BB)

13. Elke priester of Leviet van uw volk die in mijn koninkrijk woont, heeft mijn toestemming om met u mee te gaan naar Jeruzalem als hij dat wil.

14. Ik en mijn zeven raadgevers sturen u naar Jeruzalem. U moet daar onderzoeken hoe de toestand in Juda en Jeruzalem is. Ook moet u kijken of de mensen zich houden aan Gods wet die u bij zich heeft.

15. Ik en mijn zeven raadgevers geven u goud en zilver mee. Het is een geschenk voor de God van Israël die in Jeruzalem woont.

16. Verder moet u het zilver en het goud en de geschenken meenemen die u van de Judeeërs en de priesters uit heel Babel zal krijgen. Die zijn voor de tempel van hun God in Jeruzalem.

17. Het geld moet u gebruiken voor het kopen van stieren, schapen en lammetjes voor de offers, en voor de offers van meel en wijn die daarbij horen. Dat alles moet u offeren op het altaar van de tempel van uw God in Jeruzalem.

18. Met het zilver en goud dat overblijft mag u doen wat u wil. Doe ermee wat uw God van u vraagt.

19. De voorwerpen die u heeft meegekregen voor de dienst in de tempel van uw God in Jeruzalem, moet u daar ook afgeven.

20. Als u verder nog geld nodig heeft voor de bouw van de tempel van uw God, kunt u dat uit de koninklijke schatkist krijgen.

21. Ik, koning Artasasta, heb aan alle schatbewaarders van de provincie ten zuiden van de Rivier het volgende bevel gegeven: 'U moet de priester Ezra, de geleerde van de wet van de God van de hemel, alles geven waar hij om vraagt,